FHIR © HL7.org  |  Server Home  |  FHIR Server FHIR Server 3.7.10  |  FHIR Version n/a  User: [n/a]

1292992004: Component annotation with string value reference set (foundation metadata concept)


Status: current, Not sufficiently defined by necessary conditions definition status (core metadata concept). Date: 01-Nov 2023. Module: SNOMED CT model component module (core metadata concept)

Descriptions:

Id Description Lang Type Status Case? Module
5276957018 Component annotation with string value reference set (foundation metadata concept) en Fully specified name Active Entire term case insensitive (core metadata concept) SNOMED CT model component module (core metadata concept)
5276958011 Component annotation with string value reference set en Synonym (core metadata concept) Active Entire term case insensitive (core metadata concept) SNOMED CT model component module (core metadata concept)


793 members. Search Members:

Expanded Value Set


Outbound Relationships Type Target Active Characteristic Refinability Group Values
Component annotation with string value reference set (foundation metadata concept) Is a Reference set true Inferred relationship Some

Members languageDialectCode typeId value
KPS (Karnofsky Performance Status) score nl Explanation for patient (attribute) Getal dat iets zegt over hoe goed iemand voor zichzelf kan zorgen.
KLHL7-related Bohring Opitz-like syndrome Attribution Inserm Orphanet
SET domain containing 2, histone lysine methyltransferase-related microcephaly, severe intellectual disability, multiple congenital anomalies syndrome (disorder) Attribution Inserm Orphanet
SMARCA2-related blepharophimosis, intellectual disability syndrome Attribution Inserm Orphanet
Severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (organism) nl Explanation for patient (attribute) Het corona-virus heet SARS-CoV-2. De ziekte heet COVID-19 maar wordt vaak corona genoemd.
CHD8 overgrowth syndrome Attribution Inserm Orphanet
Cyclin dependent kinase 13-related congenital heart defects, intellectual disability, facial dysmorphism syndrome (disorder) Attribution Inserm Orphanet
Dual energy X-ray absorptiometry (procedure) nl Explanation for patient (attribute) Onderzoek naar de hoeveelheid kalk die in de botten zit en of iemand botontkalking heeft. Zo kan de arts zien hoe sterk de botten zijn. Het onderzoek gebeurt met een lage dosis röntgenstraling.
High output stoma nl Explanation for patient (attribute) Een stoma waar heel veel vocht uitkomt, vergelijkbaar met diarree. Het houdt enkele dagen aan. Zo kan een patiënt veel vocht, mineralen en zouten verliezen en uitdrogen.
IRF2BPL-related regressive neurodevelopmental disorder, dystonia, seizures syndrome Attribution Inserm Orphanet
Low anterior resection of rectum nl Explanation for patient (attribute) Een operatie waarbij de arts een stuk van de endeldarm, met het vetweefsel en de lymfeklieren daarin verwijdert.
Myelin transcription factor 1 like-related developmental delay, intellectual disability, obesity syndrome (disorder) Attribution Inserm Orphanet
Pumilio RNA binding family member 1-related cerebellar ataxia (disorder) Attribution Inserm Orphanet
Reversed halo sign on radiographic imaging of lung nl Explanation for patient (attribute) De dokter ziet op de röntgen-foto van de longen een grijze vlek met een witte rand.
Solute carrier family 40 member 1-related hemochromatosis (disorder) Attribution Inserm Orphanet
Tripartite motif-containing protein 22-related inflammatory bowel disease (disorder) Attribution Inserm Orphanet
VEXAS syndrome Attribution Inserm Orphanet
Autosomal recessive hyper-IgE syndrome due to ZNF341 deficiency Attribution Inserm Orphanet
BRCA1 gene mutation detected (finding) nl Explanation for patient (attribute) Een fout (mutatie) in het DNA. De fout zit in het BRCA-1-gen. Door deze fout is de kans op borstkanker, eierstokkanker en sommige andere kankersoorten groter. Deze fout kan je overerven van een van je ouders.
BRCA2 gene mutation detected (finding) nl Explanation for patient (attribute) Een fout (mutatie) in het DNA. De fout zit in het BRCA-2-gen. Door deze fout is de kans op borstkanker en sommige andere kankersoorten groter. Deze fout kan je overerven van een van je ouders.
Birt Hogg Dubé syndrome Attribution Inserm Orphanet
BBPS - Boston bowel preparation scale nl Explanation for patient (attribute) Een maat waarmee de arts aangeeft hoe schoon de darmen zijn na een darmspoeling. De score loopt van 0 tot 9. Een score van 6 of hoger geeft aan dat de darm schoon genoeg is.
Bricker's urological stoma (morphologic abnormality) nl Explanation for patient (attribute) In de buik wordt een opening gemaakt, zodat de urine (plas) het lichaam uit kan. Aan de opening zit een zakje waar de urine in loopt.
Clark Baraitser syndrome (disorder) Attribution Inserm Orphanet
Isolated asymmetric crying facies Attribution Inserm Orphanet
Dermatosparaxis Ehlers-Danlos syndrome (disorder) Attribution Inserm Orphanet
Hartmann operation, rectal resection nl Explanation for patient (attribute) Een operatie waarbij de arts een stuk dikke darm verwijdert. Het stuk darm is het S-vormige deel (sigmoïd). Er is een stoma nodig.
KLHL7-related Bohring-Opitz-like and Crisponi/cold-induced sweating-like overlap syndrome Attribution Inserm Orphanet
Kelch like family member 7-related Crisponi/cold-induced sweating-like syndrome (disorder) Attribution Inserm Orphanet
KRAS mutation present (finding) nl Explanation for patient (attribute) Een afwijking in het KRAS-gen. Het hebben van deze afwijking bepaalt soms of een medicijn wel of niet werkt.
Luscan Lumish syndrome Attribution Inserm Orphanet
Lynch syndrome (disorder) nl Explanation for patient (attribute) Een erfelijke ziekte waardoor de kans op darmkanker groter is. Vrouwen met Lynch hebben ook een grotere kans op baarmoederkanker.
MYH-associated polyposis (disorder) nl Explanation for patient (attribute) Een erfelijke ziekte waardoor er veel poliepen in de darm ontstaan. Mensen met MAP hebben een grote kans om darmkanker te krijgen.
Mitchell syndrome Attribution Inserm Orphanet
O'Sullivan McLeod syndrome Attribution Inserm Orphanet
Pancreatic enzyme (substance) nl Explanation for patient (attribute) Enzymen die gemaakt worden door de alvleesklier. Enzymen helpen om het eten te verteren.
Pancreatic hormone nl Explanation for patient (attribute) De hormonen die de alvleesklier maakt zijn onder andere insuline en glucagon.
Xp21 deletion syndrome (disorder) Attribution Inserm Orphanet
Fluorodeoxyglucose (18-F) (substance) nl Explanation for patient (attribute) Radioactieve stof die de arts gebruikt bij een PET-scan. Kankercellen nemen deze stof meer op dan gewone cellen. Zo kan de arts kankercellen zien op de scan.
Alkaline phosphatase intestinal gene related inflammatory bowel disease (disorder) Attribution Inserm Orphanet
Application of tourniquet nl Explanation for patient (attribute) Dit is een manier om hevig bloeden te stoppen. Het is een strak bandje dat je om een arm of been bindt, boven de wond. Het knijpt de bloedvaten dicht, waardoor er minder bloed naar de wond gaat. Het kan wel pijn doen omdat het erg strak zit.
2-methylbutyryl-coenzyme A dehydrogenase deficiency disease Attribution Inserm Orphanet
Isobutyryl-coenzyme A dehydrogenase deficiency disease (disorder) Attribution Inserm Orphanet
Disease caused by severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (disorder) nl Explanation for patient (attribute) COVID-19 (corona).
Disorder in remission nl Explanation for patient (attribute) De ziekte is voorbij of de patiënt heeft er tijdelijk minder last van.
Cochlear nerve disorder nl Explanation for patient (attribute) Dit betekent dat er een probleem is met de zenuw die je nodig hebt om te horen.
Anastomosis of intestine, large-to-anus nl Explanation for patient (attribute) Een verbinding tussen de dikke darm (colon) en de anus (het poepgat). De chirurg maakt deze verbinding na een endeldarmoperatie.
Formation of cutaneous ureterostomy nl Explanation for patient (attribute) Een operatie waarbij de arts de urineleider losmaakt van de blaas en vastmaakt aan de buik. Zo komt de urine (plas) via een opening in de buik in een zakje buiten het lichaam.
Application of pressure bandage (procedure) nl Explanation for patient (attribute) Dit betekent dat er een strook verband stevig om een lichaamsdeel wordt gewonden. Dit gebeurt meestal omdat het gekneusd is of er een wond zit. Het verband drukt hard op het lichaam, zodat het zwellen of bloeden stopt.
Number of fractions nl Explanation for patient (attribute) Sessie met bestraling. Iedere keer dat iemand bestraling krijgt, heet een fractie.
Neutropenia nl Explanation for patient (attribute) Het bloed heeft te weinig witte bloedcellen. Daardoor is de kans op een infectie groter.
Lymphatic (small vessel) invasion by tumor present (finding) nl Explanation for patient (attribute) De tumor groeit door in een lymfevat. Invasie betekent binnendringen.
Perineural invasion by tumor present (finding) nl Explanation for patient (attribute) De tumor groeit rondom of langs de zenuw.
Vascular invasion by tumor present (finding) nl Explanation for patient (attribute) De tumor groeit door in een bloedvat. Invasie betekent binnendringen.
Abscess (disorder) nl Explanation for patient (attribute) Holte met pus of etter.
Abscess (morphologic abnormality) nl Explanation for patient (attribute) Holte met pus of etter.
Abdominal abscess nl Explanation for patient (attribute) Holte met pus of etter in de buik.
Abdominoperineal resection nl Explanation for patient (attribute) Operatie van de endeldarm. De chirurg verwijdert de endeldarm en de anus (poepgat). Na deze operatie is een stoma nodig.
Achilles bursitis nl Explanation for patient (attribute) Dit is een ontsteking van een slijmbeurs van je achillespees. Een slijmbeurs is een kussentje gevuld met slijmerig vocht. Het zit rond gewrichten als bescherming.
Acral erythema due to cytotoxic therapy (disorder) nl Explanation for patient (attribute) Ontsteking van voetzolen en/of handpalmen na chemotherapie. De handen en voeten zijn dik en pijnlijk en soms zitten er blaren op.
Acute exacerbation of chronic obstructive pulmonary disease nl Explanation for patient (attribute) Dit betekent dat de COPD ineens erger wordt. COPD is een ziekte van de longen die niet overgaat. De luchtwegen zijn blijvend vernauwd en je kunt moeilijk ademen.
Acute generalized exanthematous pustulosis (disorder) Attribution Inserm Orphanet
Acute tricyclic antidepressant poisoning Attribution Inserm Orphanet
Acute panmyelosis with myelofibrosis Attribution Inserm Orphanet
Acute pyelonephritis nl Explanation for patient (attribute) Een ontsteking van het nierbekken.
Acute respiratory disease caused by severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (disorder) nl Explanation for patient (attribute) Opeens problemen met neus, keel, luchtpijp of longen. Dat komt door COVID-19 (corona). Het corona-virus heet SARS-CoV-2. De ziekte heet COVID-19 maar wordt vaak corona genoemd.
Acute respiratory infection suspectedly caused by SARS-CoV-2 nl Explanation for patient (attribute) Opeens problemen met neus, keel, luchtpijp of longen. Dat komt misschien door COVID-19 (corona). Het corona-virus heet SARS-CoV-2. De ziekte heet COVID-19 maar wordt vaak corona genoemd.
Acute subacromial bursitis (disorder) nl Explanation for patient (attribute) Dit is een ontsteking van een slijmbeurs in je schouder die plotseling is ontstaan. Een slijmbeurs is een kussentje gevuld met slijmerig vocht. Het zit rond gewrichten als bescherming.
Malignant adenomatous neoplasm (disorder) nl Explanation for patient (attribute) Kanker die ontstaat in de kliercellen. Kliercellen maken hormonen, slijm of andere lichaamssappen
Adenocarcinoma (morphologic abnormality) nl Explanation for patient (attribute) Vorm van kanker die ontstaat in cellen die slijm, lichaamssappen en hormonen maken.
Adenomatous polyposis coli nl Explanation for patient (attribute) Een ziekte waardoor er veel poliepen in de darm ontstaan. Mensen met polyposis hebben een grote kans om darmkanker te krijgen.
Adenosarcoma nl Explanation for patient (attribute) Kwaadaardige tumor. Het is een combinatie van 2 soorten kankercellen: een adenocarcinoom en een sarcoom.
Adjuvant hyperthermic intraperitoneal chemotherapy nl Explanation for patient (attribute) Een aanvullende behandeling na de hoofdbehandeling. Meestal gaat het om een behandeling na de operatie. Het doel is om de achtergebleven kankercellen te doden. De kans dat de kanker terugkomt is dan kleiner.
Clinical genetics department nl Explanation for patient (attribute) Afdeling in het ziekenhuis voor onderzoek en voorlichting over erfelijkheid.
Umbilical cord clamping nl Explanation for patient (attribute) Dit betekent dat er na de geboorte een klemmetje wordt geplaatst op de navelstreng. De navelstreng verbindt de baby met de moeder. Het klemmetje drukt de bloedvaten in de navelstreng dicht. Daarna kan de navelstreng worden doorgeknipt.
History taking nl Explanation for patient (attribute) De patiënt vertelt de arts over de geschiedenis van de ziekte. De arts stelt vragen om meer te weten te komen over de klachten.
Peeling of skin nl Explanation for patient (attribute) De huid schilfert af. Dan vervelt de huid.
Expectant management (procedure) nl Explanation for patient (attribute) De arts behandelt niet, maar houdt de patiënt wel goed in de gaten. Door regelmatige controles kan de arts zien hoe de ziekte verloopt. Als de ziekte terugkomt, volgt een behandeling.
Lesion (morphologic abnormality) nl Explanation for patient (attribute) Schade aan weefsel. De oorzaak is een ziekte, wond of behandeling.
Lesion of liver (disorder) nl Explanation for patient (attribute) De lever is beschadigd. De cellen in de lever zien er anders uit dan normaal.
Abnormal cytology findings nl Explanation for patient (attribute) Er zijn onrustige of abnormale cellen gevonden in het weefsel. Het is geen kanker. Het kan wel een voorstadium van kanker zijn.
Anastomosis nl Explanation for patient (attribute) Een verbinding tussen 2 holle lichaamsdelen. Bijvoorbeeld 2 delen van de darm die na een operatie aan elkaar worden vastgemaakt.
Anemia nl Explanation for patient (attribute) Het bloed heeft te weinig rode bloedcellen. Daardoor komt er niet genoeg zuurstof in de lichaamscellen.
Anterior nl Explanation for patient (attribute) Aan de buikkant: de voorkant van het lichaam.
Antigen of severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (substance) nl Explanation for patient (attribute) Op het corona-virus zit een stofje. Dat heet antigeen. Het lichaam reageert op het antigeen. En maakt antistoffen aan. Deze zorgen er voor dat je niet ziek wordt van het virus.
Antineoplastic chemoimmunotherapy (regime/therapy) nl Explanation for patient (attribute) Een combinatie van chemotherapie en immunotherapie. Zo worden de kankercellen op verschillende manieren aangepakt. Het doel is om te genezen of het leven te verlengen.
Antibody to severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (substance) nl Explanation for patient (attribute) Op het corona-virus zit een stofje. Dat heet antigeen. Het lichaam reageert op het antigeen. En maakt antistoffen aan. Deze zorgen er voor dat je niet ziek wordt van het virus.
Artifact (finding) nl Explanation for patient (attribute) Een onduidelijk beeld. Bijvoorbeeld bij een scan of röntgenfoto. Het laat iets zien dat er in het echt niet is.
Arthrogryposis multiplex congenita Attribution Inserm Orphanet
Ascites (disorder) nl Explanation for patient (attribute) Vocht in de buik, tussen de darmen in. Normaal zit hier geen vocht. Het kan ontstaan door kanker op het buikvlies.
Asthenia (finding) nl Explanation for patient (attribute) Een zwak gevoel in het hele lichaam. Meestal komt dit door een ernstige ziekte.
Atelectasis nl Explanation for patient (attribute) De long of een deel is dichtgeklapt. Daardoor komt er geen lucht meer in.
Atrophy of tympanic membrane (disorder) nl Explanation for patient (attribute) Dit betekent dat er een dunne plek is gekomen in het trommelvlies in je oor. Het trommelvlies is een dun velletje in je oor dat gaat trillen als er geluid tegenaan komt. Het trommelvlies helpt je om goed te horen.
Atypia suspicious for malignancy nl Explanation for patient (attribute) Iets ziet er anders uit dan normaal. De arts kan denken dat het kanker is, maar het kan ook iets anders zijn.
Autoimmune limbic encephalitis (disorder) Attribution Inserm Orphanet
Axillary lymphadenopathy nl Explanation for patient (attribute) Er zijn 1 of meer vergrote lymfeklieren in de oksel te zien. Er is meer onderzoek nodig, bijvoorbeeld een echografie en/of weefselonderzoek.
Benign adenomatous neoplasm (disorder) nl Explanation for patient (attribute) Goedaardige tumor van de kliercellen. Het is geen kanker
Mammography assessment (Category 2) - Benign finding (finding) nl Explanation for patient (attribute) Er is een goedaardige afwijking gevonden in de borst. Er is geen verder onderzoek nodig.
Benign paroxysmal positional vertigo nl Explanation for patient (attribute) Dit betekent dat je regelmatig duizelig wordt wanneer je plotseling je hoofd beweegt. Bijvoorbeeld als je voorover buigt of ineens omkijkt.
Benign prostatic hyperplasia nl Explanation for patient (attribute) De prostaat is vergroot. Dit komt niet door kanker. Het is een goedaardige afwijking.
Assessment using International Prostate Symptom Score (procedure) nl Explanation for patient (attribute) Een vragenlijst naar klachten bij het plassen.

Page 1 of 8 Next End


Reference Sets

Reference set descriptor

Back to Start